door Rejo Zenger

Vele honderden politieagenten hebben drie ogen

De politie gebruikt al jaren veelvuldig bodycams, maar na al die tijd ontbreekt het nog altijd aan beleid en zelfs een “eenduidig beeld waar bodycams effectief zijn”. Dat blijkt uit documenten die de politie openbaar maakte na een Wob-verzoek van Freedom Inc.

Elke agent een sensor

Na een 112-melding is de politie meestal binnen een kwartier ter plaatse. Maar de politie wil die reactietijd graag verkorten. Daarom zet de politie in op een landelijk dekkend netwerk van sensoren. Het idee is dat de politie met enorme hoeveelheden informatie en slimme analyses de dader op heterdaad kan betrappen, een incident kan verstoren of misschien wel een misdrijf kan voorspellen. Eén van de sensoren waar de politie mee experimenteert is de bodycam, omdat de beelden “het waarnemings­vermogen van de politie vergroten.”1 Op basis van de beelden wil de politie conclusies trekken “over wat werkelijk gebeurd is of moet gebeuren.”2

De politie gebruikt inmiddels enkele honderden bodycams, zo blijkt uit een Wob-verzoek van Freedom Inc, maar tegelijkertijd heeft ze er zeker nog eens zoveel onder het stof liggen. Hoewel de eerste agenten al in 2009 begonnen te experimenteren met bodycams,3 is er vandaag de dag nog altijd van “eenduidige richtlijnen, sturing en (empirische) evaluatie […] veelal geen sprake.”4 Het gebruik heeft “in de meeste eenheden een nu nog overwegend experimenteel karakter.”5 Het ontbreekt aan beleid voor de inzet van de camera’s en net zo min is helder wat er precies met de beelden mag gebeuren. Nog veel fundamenteler is dat “thans [evenmin] een eenduidig beeld [bestaat] waar bodycams effectief zijn en waar niet of welke ongewenste effecten er aan kleven en hoe daar mee om te gaan.”6

Het positieve: de politie is begonnen om orde aan te brengen.

Handig voor van alles

Ondanks dat de effectiviteit nog altijd niet als een paal boven water staat ziet de politie tal van toepassingen. De belangrijkste reden die genoemd wordt is de zelfbescherming van de agenten. Niet verwonderlijk, want de eerste bodycams werden gekocht in de periode dat het vergroten van de pakkans van de daders van geweld tegen ambtenaren een hoge prioriteit had bij de Haagse politici.

De lijst met overige doelen is schier oneindig: de camera’s worden gebruikt ter ondersteuning van agenten die alleen onderweg zijn zoals hondengeleiders en motorrijders, om het aantal mensen op een plaats delict te beperken, het live streamen naar de meldkamer zodat die beter geïnformeerd strategische keuzes kan maken, voor het in kaart brengen van bepaalde groepen zoals hooligans, het registreren van de leuzen op spandoeken bij demonstraties, de handhaving van de openbare orde bij horeca- en “ramadandiensten” en, vanzelfsprekend, als bewijsmateriaal. Ook voor meer intern gerichte toepassingen ziet de politie nut, denk aan het afhandelen van klachten, integriteits­onderzoeken en als lesmateriaal. En tenslotte het meest zichtbare gebruik: om er goede sier mee te maken, maar dan natuurlijk alleen met de beelden van succesverhalen.

De politie kan niet zeggen hoeveel bodycams ze heeft: een aantal noemen zou “een onjuiste weergave geven”7 omdat met haar gebrekkige administratie het overzicht ontbreekt. Volgens de politie zijn er “enkele honderden in gebruik […] maar [blijven] helaas ook enkele honderden ongebruikt.”8 En wat lastig tellen is: agenten die zelf een Go Pro naar hun werk meenemen.

Wie zich bekeken voelt, gedraagt zich anders

Een agent wordt geacht aan omstanders te melden wanneer hij de camera aanzet. Dat ziet de politie als een verplichting omdat de burger dan ook weet waar hij aan toe is, bekend als het “kenbaarheidsbeginsel”. Maar soms vindt de beleidsmaker het gewoon fair play. De melding kan achterwege blijven als er wordt gefilmd op een plek die al helemaal volhangt met vaste camera’s, zoals een drukke winkelstraat in het stadscentrum. De politie meldt het gebruik van de bodycam niet alleen omdat het moet, maar rekent ook op een deëscalerende werking. Het maakt duidelijk dat je je anders gaat gedragen als je in beeld bent.

Maar niet alleen de burger blijkt zich anders te gaan gedragen. Dat geldt ook voor het blauw op straat. In meerdere van de openbaar gemaakte documenten wordt het “bevorderen van de professionaliteit van de medewerkers”9 als secundair doel genoemd. Het feit dat de meldkamer de agent moet melden als de camera’s door de centralist is aangezet en het feit dat continue opname “impact op de medewerkers”10 heeft, laat zien dat het gebruik van camera’s een chilling effect heeft.

Dat wordt ook pijnlijk duidelijk bij de experimenten van de politie waarbij de camera’s doorlopend opnames maken en de camera’s niet uit en aan te zetten zijn. Dat leidt dan vaak tot weerstand bij agenten “omdat men zich gecontroleerd voelt”.11 Maar ook als de camera door de agenten aan- en uitgezet mag worden “lijken sommige [agenten] een vorm van angst of vrees te ervaren.”12

Camera gaat aan als de agent denkt dat het nodig is

Die chilling effects maken dat de agent zelf mag weten wanneer hij de camera aanzet. In het jargon van de politie heet dat: “een bewuste activering binnen de discretionaire ruimte van de agent.”13 Uitgangspunt is dat de camera wordt ingeschakeld als de situatie dreigt te escaleren, of dat al is gebeurd. De beleidsmakers denken daarmee te voldoen aan het beginsel van proportionaliteit en rekenen op breed draagvlak onder agenten omdat “de impact […] beperkt blijft en vooral het dienen van de eigen veiligheid voorop staat.”14 Het continu opnemen heeft, zo is de redenatie, weliswaar het voordeel dat nooit een incident gemist wordt omdat men “in het heetste van de strijd [vergeet] de camera te activeren, maar dat weegt onvoldoende op tegen de nadelen rond de proportionaliteit, impact op de medewerkers en het draagvlak in de maatschappij.”15 Soms kan de camera ook op afstand, door de meldkamer, aangezet worden, bijvoorbeeld als de agent onverwacht in een vechtpartij belandt.

De agenten wordt op het hart gedrukt om alleen in openbare ruimten opnames te maken. Het filmen in woningen “is in principe verboden”.16 Het gebruik van de camera in privé-ruimten mag alleen als er een grote kans op geweld bestaat (“denk aan een risico-instap van een bekende veelpleger”)17 of na nadrukkelijke toestemming van de bewoner. Het gebruik van de camera’s om stelselmatig te observeren is niet toegestaan zonder toestemming van een officier van justitie – conform de wettelijke regels.

Beelden bewaren, maar niet te lang

De beleidsmakers van de politie zijn er ook nog niet helemaal over uit hoe lang de beelden van de camera’s bewaard zouden moeten worden. Ergens is wel te begrijpen dat bij de eerste pilots is aangesloten op de Gemeentewet. Op grond van die wet bepaalt de burgemeester de bewaartermijn voor de beelden van de vaste camera’s die al op zoveel plekken het straatbeeld bepalen. Bij veel van de experimenten van de politie wordt daarom een bewaartermijn van vier weken gehanteerd, soms korter.

De korte bewaartermijn is er vooral om de juridische houdbaarheid te verzekeren. Die juridische grenzen zijn er om de persoonlijke levenssfeer van omstanders te beschermen. Maar verder beperkt de politie de bewaartermijnen vooral om heel praktische redenen. Want hoe langer de beelden worden bewaard, des te meer werk bij het afhandelen van inzageverzoeken, meer druk op collega’s en hogere kosten voor opslag en beheer van de beelden. Waar dat een rol speelt worden de beelden, “analoog aan de recente discussie over ANPR”, na tien dagen weggegooid – tenzij bewust apart gezet.18 Weer andere korpsen kijken expliciet naar de termijnen in de Wet politiegegevens. Op grond van die regels mag de politie de beelden maximaal tien jaar bewaren. De ervaring van de eenheid Amsterdam leert “echter dat binnen maximaal zes weken nadat een incident heeft plaatsgevonden er bijvoorbeeld een klacht wordt ingediend.” Waarna zij domweg stelt dat “om proportionaliteit en noodzakelijkheid te dienen” de maximale bewaartermijn drie maanden is.19

Een te korte bewaartermijn is ieder geval niet handig. Daarmee loopt de politie het risico dat, als de klacht aan het einde van de daarvoor gestelde termijn wordt ingediend, de beelden al verwijderd blijken te zijn.

Go Pro maakt niet automatisch professioneel

Dat sommige agenten zich bekeken voelen als hun hele dienst wordt opgenomen, neemt niet weg dat de meeste dienders graag vastleggen waar ze trots op zijn. De leiding van het politiekorps wijst hen herhaaldelijk er op dat het bring your own device niet opgaat voor bodycams. Goed bedoeld maar onwenselijk, is “het oprichten van eigen online politie videokanalen”. Want, “het laatste dat [de politie] zou moeten willen is dat privacygevoelige beelden die tijdens de uitvoering van de politietaak […] zijn gemaakt, ongecontroleerd op diverse privé-apparaten rondzwerven en worden gepubliceerd.” De angst: reputatieschade voor de politie, bijvoorbeeld “wanneer [de politieorganisatie] aan drugsdealers of criminelen excuses moeten aanbieden voor het schenden van hun privacy of huisrecht.”20

Nee, de politie doet haar werk met “van dienstwegen verstrekte middelen”.21 Dat zal soms verongelijkte blikken opgeleverd hebben, net als de verplichting omstanders te melden dat de camera ingeschakeld is. “Ook omdat burgers de politie wel gewoon mogen filmen zonder dat daar restricties aan verbonden zijn.”22

Ten einde van de privacy van betrokken ambtenaren te beschermen heeft Freedom Inc in een drietal documenten van de openbaar gemaakte documenten namen van ambtenaren zonder een publieke functie weggestreept. Vermoedelijk hebben de juristen van de politie de namen van hun collega’s over het hoofd gezien tijdens het censureren van de documenten.

Documenten


  1. Startdocument bodycams Programma Sensing, pagina 3 

  2. Startdocument bodycams Programma Sensing, pagina 3 

  3. Een oplettende lezer wees me er op dat de politie al in 1997 experimenteerde met “zelfgemaakte helmcamera’s”. Dat betekent dat de politie dus al bijna 20 jaar (!) experimenteert met bodycams. In 2009 begon de politie slechts met het doen van grootschaligere experimenten. 

  4. Evaluatie bodycams Amsterdam-Amstelland, pagina 4 

  5. Startdocument bodycams Programma Sensing, pagina 4 

  6. Startdocument bodycams Programma Sensing, pagina 4 

  7. Beslissing op verzoek documenten openbaar te maken, deelbesluit 1, pagina 4 

  8. Startdocument bodycams Programma Sensing, pagina 4 

  9. Startdocument bodycams Programma Sensing, pagina 3 

  10. Bespreking werkgroep juridische kaders, pagina 1 

  11. Evaluatie bodycams Amsterdam-Amstelland, pagina 12 

  12. Evaluatie bodycams Amsterdam-Amstelland, pagina 12 

  13. Bespreking werkgroep juridische kaders, pagina 1 

  14. Bespreking werkgroep juridische kaders, pagina’s 1 en 2 

  15. Bespreking werkgroep juridische kaders, pagina 2 

  16. Spelregels inzet bodycams Amsterdam, pagina 8 

  17. Spelregels inzet bodycams Amsterdam, pagina 8 

  18. Bespreking werkgroep juridische kaders, pagina 3 

  19. Spelregels inzet bodycams Amsterdam, pagina 6 

  20. Budgetaanvraag Project Pro24/7, pagina 6 

  21. Email over gebruik privécamera’s, pagina 1 

  22. Evaluatie bodycams Amsterdam-Amstelland, pagina 6